NTA 7516 Eisen voor veilige e-mail en chatapplicaties 2019

Hide all commentary Show all commentary

De professional moet minimale eisen vastleggen voor al de in tabel 1 genoemde criteria. Daarbij moet de professional rekening houden met de context waarin de professional werkt.
De professional moet die eisen en de onderbouwing daarvan documenteren.
De professional moet daarbij uitgaan van de grenswaarden die in de paragrafen 6.1.26.1.19 zijn vastgelegd.
Tabel 1Criteria
Groep Criterium
Beschikbaarheid Minimale beschikbaarheid (6.1.2)
Maximale uitvalduur (6.1.3)
Maximaal gegevensverlies (6.1.4)
Integriteit Herkomstbevestiging (6.1.5)
Data-integriteit (6.1.6)
Onweerlegbaarheid verzender (6.1.7)
Autorisatie verzender (6.1.8)
Vertrouwelijkheid Gegevensvertrouwelijkheid (6.1.9)
Toegangsvertrouwelijkheid (6.1.10)
Communicatievertrouwelijkheid (6.1.11)
Verzendingsgrond (6.1.12)
Internationaal ad-hocberichtenverkeer (6.1.13)
Gebruiksvriendelijkheid Continuïteit van ad-hocberichtenverkeer –beantwoorden (6.1.14)
Continuïteit van ad-hocberichtenverkeer –doorsturen (6.1.15)
Veiligheid als gemak (6.1.16)
Leesbaarheid (6.1.17)
Eigen kopie (6.1.18)
Interoperabiliteit Dossierkoppeling (6.1.19)

Onderdeel van: Beschikbaarheid.
Betekenis: De minimaal aanvaardbare tijd dat ad-hocberichtenverkeer mogelijk moet zijn.
Grenswaarde: 99,8 % per jaar, voor de aan een professional toe te rekenen client-software plus technische infrastructuur (zie 5.3), voor zover deze onder zijn (contractuele) bewind staan.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 Aanvullend kan de professional aansluiting zoeken bij NEN 7512 voor het vaststellen van de beschikbaarheidseisen, waarbij de grenswaarde uit NTA 7516 als minimum geldt.

TOELICHTING 2 Bij uitval van een technische component, zoals bij langdurige uitval van een sleutelserver 10), mag niet worden overgegaan op een onveilig alternatief zoals reguliere (onveilige) e-mail. De technische oplossing mag geen onveilig gedrag oproepen of actief ondersteunen.

TOELICHTING 3 De grenswaarde betekent dat de onder contractueel bewind staande software en technische infrastructuur van de professional niet meer dan 17,5 uur per jaar (vandaag minus 365 dagen) ongepland onbeschikbaar mag zijn.


Onderdeel van: Beschikbaarheid.
Betekenis: De hoogst aanvaardbare aaneengesloten uitvalduur van ad-hocberichtenverkeer.
Grenswaarde: 24 uur gerekend over de aan een professional toe te rekenen client-software plus technische infrastructuur (zie 5.3), voor zover deze onder zijn (contractuele) bewind staan.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING NTA 7516 wordt gebruikt in sectoren die niet aan kantoortijden zijn gebonden. 24 uur betekent hier dan ook 24 uur, waarbij het niet beschikbaar zijn buiten kantooruren meegerekend wordt.


Onderdeel van: Beschikbaarheid.
Betekenis: De maximale hoeveelheid van ad-hocberichtenverkeer die verloren mag raken.
Grenswaarde: Tenzij de verzender binnen 24 uur na verzending wordt geïnformeerd over (mogelijk) gegevensverlies, is geen enkel gegevensverlies vanaf de verzendende client-software en de technische infrastructuur acceptabel.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 Tot gegevensverlies wordt de situatie gerekend waarbij gegevens niet bij de ontvanger aankomen en ook niet meer kunnen komen. Dat geldt niet voor het bewust verwijderen van een ad-hocbericht door de verzender.

TOELICHTING 2 Gegevensverlies wordt gerekend over de aan een professional toe te rekenen client-software plus technische infrastructuur (zie 5.3), voor zover deze onder zijn (contractuele) bewind staan.

Informatieve opmerking

OPMERKING Gegevensverlies zoals hier bedoeld moet niet worden verward met de begrippen ‘gegevensverlies’ of ‘datalek’ zoals die in de context van de AVG nogal eens worden gehanteerd. De term gegevensverlies refereert hier aan gegevensverlies zoals ook gebruikt in NEN 7510-2.


Onderdeel van: Integriteit.
Betekenis: Aantonen dat verzender daadwerkelijk degene is die zich als zodanig uitgeeft.
Grenswaarde: De authenticatiemethode moet minimaal een betrouwbaarheidsniveau met het niveau ‘substantieel’ hebben conform UeIDAS.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Uit UeIDAS wordt het gedeelte over onder andere authenticatie bedoeld in deze eis.

OPMERKING 2 Authenticeren met een betrouwbaarheidsniveau ‘substantieel’ vereist minimaal 2-factorauthenticatie met een gecontroleerd uitgifteproces van het authenticatiemiddel 11). De authenticatie hoeft niet direct op de veilige communicatietoepassing te worden toegepast. De professional kan zich ook, bijvoorbeeld, met een dergelijk betrouwbaarheidsniveau op een computersysteem aanmelden waarbinnen de veilige communicatietoepassing wordt gebruikt.


Onderdeel van: Integriteit.
Betekenis: De ontvangen inhoud moet gelijk zijn aan de verzonden inhoud.
Grenswaarde: Wijziging van de inhoud van een ad-hocbericht tussen verzending en ontvangst is niet toegestaan. Tussenliggende componenten noch eventueel betrokken personen/professionals mogen de inhoud van een ad-hocbericht wijzigen.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 Aanpassingen gedaan ten behoeve van bescherming tegen kwaadaardige code (zoals virussen) zijn bij de verzender en ontvanger wel toegestaan. De verzender en de ontvanger moeten direct over de aanpassingen worden geïnformeerd.

TOELICHTING 2 Een veel gebruikte oplossing is het gebruik van checksums, hashes en dergelijke. Bij gebruik van een checksum moet rekening gehouden worden met separate bescherming tegen beïnvloeding van buitenaf.

TOELICHTING 3 Metadata zijn geen onderdeel van de inhoud van een ad-hocbericht.

Informatieve opmerking

OPMERKING Zie voor omzetting van het formaat van een bijlage in een ander formaat 6.1.17, informatieve opmerking.


Onderdeel van: Integriteit.
Betekenis: De garantie dat verzending van een ad-hocbericht niet kan worden ontkend door de verzender.
Grenswaarde: De herkomst van een ad-hocbericht kan niet door de verzender worden ontkend. Het daarbij behorende betrouwbaarheidsniveau conform UeIDAS en haar bijlagen is minimaal ‘substantieel’.
Normatieve toelichting

TOELICHTING De ontvanger moet visueel kunnen vaststellen welke persoon of professional de afzender is van een ad-hocbericht.

Informatieve opmerking

OPMERKING Om aan deze eis te kunnen voldoen kunnen bijvoorbeeld maatregelen worden genomen die spoofing (het misbruiken van andermans e-mailadres) tegengaan; naast het zorgvuldig aanmelden met een middel zoals benoemd in 6.1.5, opmerking 2. Bijvoorbeeld 'From "piet@ziekenhuis.nl" ' is visueel herkenbaar; in 'From "2kjrifnbwuihf@iuveiur.tr" ' is de afzender niet visueel herkenbaar.


Onderdeel van: Integriteit.
Betekenis: De organisatie van de verzender garandeert dat de verzender geautoriseerd is om een ad-hocbericht aan een ontvanger te sturen.
Grenswaarde: De verzendende organisatie moet de autorisatie van zijn verzendende medewerker garanderen.
Normatieve toelichting

TOELICHTING Als de verzender een voor de ontvanger onbekende identiteit heeft, dan ontbreekt het de ontvanger aan context om te kunnen beoordelen of de verzender feitelijk gerechtigd is om het ad-hocbericht te versturen. Bij elk ad-hocbericht moet de afzender zijn vermeld.

Informatieve opmerking
<geen>

Onderdeel van: Vertrouwelijkheid.
Betekenis: Door professionals opgeslagen ad-hocberichten mogen niet in handen van onbevoegden komen. Dat geldt zowel voor opgeslagen ad-hocberichten in de technische infrastructuur als die in de client-software, voor zover deze onder (contractueel) bewind staan van de professional.
Grenswaarde: Toegang tot de opgeslagen ad-hocberichten door partijen die daartoe geen geldige grond hebben, moet onmogelijk zijn. De opgeslagen berichtgegevens moeten in het geval ze onverhoopt in handen van onbevoegden komen, onleesbaar zijn.
Normatieve toelichting

TOELICHTING Een geldige grond kan voortvloeien uit de aard van werkzaamheden die onder gezag van een bevoegde partij worden uitgevoerd, of uit een overeenkomst met een bevoegde partij volgen.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Het gaat hier om zogenoemde ‘beveiliging in elektronische opslag’. Versleuteling met verantwoord sleutelbeheer wordt hiervoor vaak als oplossing ingezet.

OPMERKING 2 De in de toelichting genoemde ‘overeenkomst’ zal in veel gevallen een verwerkersovereenkomst – als bedoeld in de AVG – betreffen.


Onderdeel van: Vertrouwelijkheid.
Betekenis: Inhoud van ad-hocberichten kan uitsluitend door de beoogde ontvanger worden gelezen en/of verwerkt na het toepassen van een authenticatiemiddel van het eIDAS-betrouwbaarheidsniveau ‘substantieel’ voor personen en een authenticatiemiddel van het eIDAS-betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ voor professionals.
Grenswaarde: Toegang tot ad-hocberichten is niet toegestaan met authenticatiemiddelen lager dan 'substantieel' voor personen en 'hoog' voor gegevens waarop het wettelijk beroepsgeheim van de professional berust.
Normatieve toelichting

TOELICHTING Van belang is dat ergens in de keten van veilige e-mail het betrouwbaarheidsniveau wordt gehaald.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 De genoemde betrouwbaarheidsniveaus zijn wettelijk vastgesteld en bevestigd door de Autoriteit Persoonsgegevens 12).

OPMERKING 2 Het correct authenticeren van de ontvanger is in NTA 7516 een verplichting waarbij de eisen vanuit de UeIDAS leidend zijn. Dit normelement zorgt ervoor dat correcte authenticatie noodzakelijk is door bijvoorbeeld een 'one-time password' of door de persoon gebruik te laten maken van bestaande authenticatiemiddelen, zoals een DigID-app met extra zekerheden (3 slotjes). Dit normelement beoogt te voorkomen dat een ontvanger voor iedere oplossing een separaat account met bijbehorende authenticatiemiddelen installeert.

OPMERKING 3 Bij een applicatiekoppeling zou dit kunnen betekenen dat de toegang in een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) of Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) ligt en dus daar de praktische uitwerking ligt van de toegangscontrole.


Onderdeel van: Vertrouwelijkheid.
Betekenis: De inhoud van ad-hocberichten mag gedurende het transport (in transit) niet in handen van onbevoegden in de communicatieketen komen. Als een ad-hocbericht onverhoopt toch in handen van onbevoegden komt, dan moet het ad-hocbericht onleesbaar zijn.
Grenswaarde: Toegang tot ad-hocberichten door partijen die daartoe geen geldige grond hebben, moet onmogelijk zijn.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Een geldige grond kan voortvloeien uit de aard van werkzaamheden die onder gezag van een bevoegde partij worden uitgevoerd, of uit een overeenkomst met een bevoegde partij volgen.

OPMERKING 2 De in opmerking 1 genoemde ‘overeenkomst’ zal in veel gevallen een verwerkersovereenkomst – als bedoeld in de AVG – betreffen.

OPMERKING 3 De grenswaarde geldt ook in het geval van technische problemen ('failsafe').


Onderdeel van: Vertrouwelijkheid.
Betekenis: De verzender bepaalt of de ontvanger voldoende gerechtigd is het ad-hocbericht te ontvangen; of met andere woorden: de verzender bepaalt of de verzender gerechtigd is om het ad-hocbericht aan de ontvanger te versturen.
Grenswaarde: De verzendende professional moet een beleid hebben opgesteld waarbij is beschreven welke professionals welke verzendingsgronden mogen hanteren en moet toezien op de uitvoering van dat beleid.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING Vaak zal een professional gebonden zijn aan geheimhouding. Maar er kunnen op basis van specifieke (wettelijke) regels binnen de eigen context voldoende gronden bestaan om een ad-hocbericht te versturen, of juist niet. Het beleid ondersteunt de verzendende professional in het nemen van een beslissing hierin.


Onderdeel van: Vertrouwelijkheid.
Betekenis: Ad-hocberichtenverkeer mag niet in (een) non-compatibele jurisdictie(s) geraken.
Grenswaarde: Ad-hocberichtenverkeer mag slechts in overeenstemming met de AVG de buitengrenzen van de Europese Economische Ruimte (EER) overschrijden.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING Ad-hocberichtenverkeer, geïnitieerd door een professional in Nederland, moet ongeacht de locatie van de ontvanger voldoen aan de eisen van NTA 7516.


Onderdeel van: Gebruiksvriendelijkheid.
Betekenis: Ad-hocberichtenverkeer dat is gestart door een professional, moet door een ontvangende persoon kunnen worden beantwoord.
Grenswaarde: Een ontvanger moet visueel kunnen vaststellen of een ad-hocbericht veilig is verzonden of niet. Beantwoorden door een persoon van een ad-hocbericht dat eerder door een professional is toegestuurd, moet veilig kunnen plaatsvinden.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING Beantwoorden is ook bekend als 'reply'.


Onderdeel van: Gebruiksvriendelijkheid.
Betekenis: Ad-hocberichtenverkeer dat is gestart door een professional of door hem wordt voortgezet, moet door een ontvangende persoon kunnen worden doorgestuurd.
Grenswaarde: Doorsturen door een persoon van een ad-hocbericht dat eerder door een professional is toegestuurd, is voor verantwoordelijkheid van de betreffende persoon. 13)
Normatieve toelichting

TOELICHTING Indien het doorsturen niet veilig kan plaatsvinden, moet de persoon hierop worden gewezen.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Doorsturen is ook bekend als 'forward'.

OPMERKING 2 Dit criterium is bijvoorbeeld van groot nut wanneer een patiënt veilig een van zijn arts ontvangen ad-hocbericht wil of moet doorsturen naar zijn mantelzorger.


Onderdeel van: Gebruiksvriendelijkheid.
Betekenis: Als verschillende keuzen tot uiteenlopende bescherming leiden, moet de veiligste keuze als standaard worden aangeboden.
Grenswaarde: Alle keuzemogelijkheden moeten standaard op de veiligste keuze aanstaan.
Normatieve toelichting
<geen>
Informatieve opmerking

OPMERKING Dit wordt ook wel ‘security by default’ genoemd. Dit brengt met zich mee dat als bijvoorbeeld ‘veilig verzenden’ een optie is, deze optie standaard ‘aan’ staat.


Onderdeel van: Gebruiksvriendelijkheid.
Betekenis: De ontvanger van een ad-hocbericht moet het kunnen lezen met behulp van reguliere client-software en zonder een account bij de betreffende communicatiedienstenaanbieder te moeten aanmaken.
Grenswaarde: Ad-hocberichten zelf (exclusief eventuele bijlagen) moeten zonder aanvullende programmatuur en zonder de verplichting van het aanmaken van een account bij de betreffende communicatiedienstenaanbieder door de persoon of professional, te lezen zijn door personen en professionals. De op een persoon gerichte online-omgeving moet voldoen aan de eisen van EN 301 549.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 De hoofdtekst van het ad-hocbericht (de 'body') moet zonder additionele viewer te lezen zijn, maar moet – uiteraard – wel veilig te lezen zijn.

TOELICHTING 2 Bij client-software kan worden gedacht aan e-mailclients, apps op een smartphone of aan een programma op een laptop of desktop.

Informatieve opmerking

OPMERKING Niet in alle gevallen zullen bijlagen direct te openen zijn; een röntgenbeeld in DICOMformaat bijvoorbeeld zal bij een persoon pas inzichtelijk zijn met aanvullende software. Waar mogelijk wordt een bijlage in JPEG, PDF of andere gangbare open standaard aangeboden. Zie bijvoorbeeld de lijst met open standaarden in het domein 'documentformaat' van Forum Standaardisatie. 14)


Onderdeel van: Gebruikersvriendelijkheid.
Betekenis: De ontvanger van een ad-hocbericht moet het veilig en eenvoudig kunnen opslaan op een zelfgekozen locatie in een formaat dat met reguliere client-software leesbaar is.
Grenswaarde: Met minimale inspanning van de ontvanger kan een ad-hocbericht worden opgeslagen op een zelfgekozen locatie.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 De hoofdtekst van het ad-hocbericht (de 'body') moet na opslag zonder additionele viewer te lezen zijn.

TOELICHTING 2 Bij client-software kan worden gedacht aan apps op een smartphone of aan een programma op een laptop of desktop.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Opslaan van een eigen kopie is ook bekend als ‘downloaden’.

OPMERKING 2 Downloads in een open standaard kunnen vervolgens in een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) of andere toepassing naar keuze van de persoon worden hergebruikt.

OPMERKING 3 Voor beperkingen in formaten zie informatieve opmerking 6.1.17.


Onderdeel van: Interoperabiliteit.
Betekenis: Ad-hocberichten behoren veilig en eenvoudig aan een dossier van een professional te kunnen worden toegevoegd.
Grenswaarde: Met minimale inspanning van de professional kan een ad-hocbericht geschikt worden gemaakt voor koppeling en veilig worden gekoppeld aan het juiste dossier.
Normatieve toelichting

TOELICHTING De hier bedoelde functionaliteit is niet vereist om aan NTA 7516 te voldoen. De functionaliteit is hier opgenomen, omdat deze wel door veel professionals gewenst wordt.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Een manier om dit te doen is bijvoorbeeld door de identiteit van een persoon automatisch te herkennen in een ad-hocbericht en het ad-hocbericht, na instemming van de professional, door te sturen naar een account van waaruit het dossiersysteem ad-hocberichten verder kan verwerken. Een ander voorbeeld is het aanreiken van een methode waarmee het ad-hocbericht kan worden opgenomen in een dossiersysteem.

OPMERKING 2 Een zekere mate van afstemming tussen de communicatiedienstenaanbieder en de leverancier van het dossier is nodig om de koppeling tot stand te brengen.

OPMERKING 3 Bij het overnemen van gegevens uit ad-hocberichtenverkeer in het dossiersysteem is de professional alert op de juistheid van de gegevens en de correcte identiteit van de persoon.


Ten aanzien van specifieke communicatiemiddelen, e-mail en chatapplicaties, zijn de bijbehorende implementatie-eisen terug te vinden in 6.2 en verder.
De professional selecteert een of meer oplossingen van communicatiedienstenaanbieders voor e-mail en chatapplicaties op basis van de criteria die in 6.1 zijn vastgesteld. Van elke selectie wordt gedocumenteerd hoe die past bij de vastgestelde criteria van 6.1 en – waar van toepassing – hoe die wordt geïmplementeerd zodat aansluiting bij de vastgestelde criteria van 6.1 wordt gewaarborgd.
Informatieve opmerking

OPMERKING Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk dat de communicatiedienstenaanbieder een overzicht heeft gepubliceerd waarin deze die zekerheden vastlegt (zie 7.1).

In 6.2 staan additionele eisen die specifiek gelden voor een bepaalde vorm van ad-hocberichtenverkeer. In 6.2.2 staan eisen met betrekking tot de connectie en met betrekking tot metadata die alleen op e-mail betrekking hebben. 6.2.3 gaat in op toekomstige eisen die aan chatapplicaties kunnen worden gesteld.

fig_2
Figuur 2Onderdelen in e-mailberichtenverkeer
De in de technische infrastructuur aanwezige verzendende server (die verbinding maakt met de verzendende client-software) moet de in de technische infrastructuur aanwezige ontvangende e-mailserver (die verbinding maakt met de ontvangende client-software) controleren op de mogelijkheid tot het veilig ontvangen van ad-hocberichten. Als de ontvangende server niet aan de benodigde veiligheidseisen voldoet, mag de verzendende server het ad-hocbericht niet met (directe toegang tot) persoonlijke gezondheidsinformatie aanbieden.
Informatieve opmerking

OPMERKING Als alternatief kan de verzender het betreffende ad-hocbericht aan de ontvanger aanbieden via een ‘veilig berichtenportaal’ en dit via de reguliere e-mail kenbaar maken aan de ontvanger.


Metadata moeten worden beperkt tot uitsluitend het noodzakelijke of moeten worden beschermd.
Normatieve toelichting

TOELICHTING De verzendende partij is verantwoordelijk voor het wissen van niet-noodzakelijke metadata.

Informatieve opmerking

OPMERKING 1 Metadata zijn meestal aanwezig in de vorm van headers en tags.

OPMERKING 2 Metadata die niet strikt noodzakelijk zijn, maar toch worden gewenst voor het verwerken van het ad-hocbericht, kunnen worden verstuurd door ze te beschermen als ware ze de hoofdtekst van het ad-hocbericht (de 'body').


Informatieve opmerking

OPMERKING Specifieke implementatie-eisen voor chatapplicaties kunnen in een volgende versie van NTA 7516 worden gestipuleerd.


De professional moet regels vaststellen (beleid) over hoe hij en degenen die voor hem werken, gebruik mogen maken van geïmplementeerde communicatiemogelijkheden.
Er moeten ten minste regels worden vastgesteld over:
  • het waarnemen van collega’s tijdens diens afwezigheid;
  • het mandateren en delegeren van toegang tot ad-hocberichten;
  • de toegang tot informatie zonder een directe behandelrelatie (in zorginstellingen);
  • de toegang tot functionele berichtenboxen (bijvoorbeeld orthopedie@voorbeeld.nl);
  • het gebruik van een adresboek;
  • het gebruik van functies die kunnen resulteren in het intrekken of wijzigen van ad-hocberichten;
  • het gebruik van geautomatiseerde functies bij ontvangst van ad-hocberichten (waaronder maar niet uitsluitend, autoreply bij afwezigheid, leesbevestiging);
  • bewaartermijnen;
  • sleutelbeheer indien van toepassing, de mogelijkheden voor forensisch onderzoek (zie NEN 7510-2:2017, 16.1.1) en 'key escrow'-regeling;
  • verantwoordelijkheden;
  • verzendingsgronden;
  • het continueren van de dienstverlening bij faillissement van de communicatiedienstenaanbieder;
  • het informeren van de persoon over de veilige e-mailvoorziening.

De professional moet een programma vaststellen (in aanvulling op de implementatie van NEN 7510, delen 1 en 2) waarmee:
  • 1) continu de naleving van de gebruiksregels (zie 6.3) wordt gemonitord;
  • 2) jaarlijks de geschiktheid van de geselecteerde en geïmplementeerde communicatiemogelijkheden worden vergeleken met de criteria die daarvoor zijn vastgelegd;
    Informatieve opmerking

    OPMERKING Hierbij wordt vastgesteld of de communicatiedienst waarvoor eerder is gekozen, nog steeds past bij de criteria die de professional eerder heeft vastgesteld.

  • 3) tweejaarlijks de vastgelegde criteria worden beoordeeld op geschiktheid en passendheid.
Normatieve toelichting

TOELICHTING Hierbij wordt vastgesteld of de criteria die de professional eerder heeft vastgesteld, nog steeds passen bij de aard van de werkzaamheden van de professional en de omgeving waarin deze actief is.

De professional moet:
  • het programma tijdig en juist uitvoeren;
  • bevindingen vastleggen;
  • binnen een maand nadat de bevindingen zijn vastgelegd een verbeterprogramma opstellen dat, gericht is op het adresseren van de bevindingen;
  • jaarlijks vastleggen wat er met de bevindingen is gedaan en zo nodig de betreffende verbeterprogramma’s aanpassen.

De professional moet, wanneer hij veilig ad-hocberichtenverkeer met persoonlijke gezondheidsinformatie wil uitwisselen met andere professionals en/of personen, ook voor die uitwisseling voldoen aan de eisen van NEN 7513:2018, met uitzondering van 6.2 (de te loggen operationele gebeurtenissen) en hoofdstuk 7 (het gegevensmodel).
De categorieën van gebeurtenissen die moeten worden gelogd, bevatten, voor zover van toepassing:
  • alle gebeurtenissen met betrekking tot het versturen van ad-hocberichten (ongeacht of deze succesvol waren);
  • het intrekken van verzonden ad-hocberichten;
  • het wijzigen van verzonden ad-hocberichten;
  • het verwijderen (bij de verzender) van verzonden ad-hocberichten;
  • alle gebeurtenissen met betrekking tot het ontvangen van ad-hocberichten;
  • het raadplegen van ontvangen ad-hocberichten;
  • het verwijderen van ontvangen ad-hocberichten;
  • het doorsturen van ontvangen ad-hocberichten;
  • het aanmaken en opheffen van een e-mail- en/of chataccount;
  • het toekennen, wijzigen en intrekken van rechten aan een e-mail- en/of chataccount;
  • alle gebeurtenissen met betrekking tot de authenticatie van gebruikers voor het uitvoeren van handelingen op ad-hocberichten;
  • de toegang tot loggegevens;
  • het wijzigen of verwijderen van loggegevens.

De professional moet aan personen een mogelijkheid bieden waarmee personen op eigen initiatief ad-hocberichten kunnen versturen aan de professional.
De professional moet de aangeboden methode op brede schaal bekendmaken (bijvoorbeeld op zijn website). De aangeboden methode voor veilig ad-hocberichtenverkeer moet voor iedereen met voor particulieren gebruikelijke internetvoorzieningen toepasbaar en eenvoudig te gebruiken zijn.
De aangeboden methode moet voldoen aan de eisen van EN 301 549.
De aangeboden methode moet aan dezelfde eisen voldoen als die voor professionals gelden (en zoals gespecificeerd is in hoofdstuk 6). Indien niet aan een eis wordt voldaan of indien er een beperking in het ad-hocberichtenverkeer optreedt, moet dit duidelijk worden aangegeven.
Normatieve toelichting

TOELICHTING 1 De processen om gegevens te verwerken moeten met een mate van vertrouwelijkheid plaatsvinden die past bij het potentieel zeer gevoelige karakter van het ad-hocberichtenverkeer.

TOELICHTING 2 Er moet bij door personen geïnitieerd ad-hocberichtenverkeer worden gewaarborgd dat de professional voldoende zeker kan zijn dat de identiteit van de afzender klopt, omdat personen in veel gevallen geen gebruik maken van een veilig communicatiemiddel en er dus geen afdoende authenticatie van de afzender heeft plaatsgevonden.

Informatieve opmerking

OPMERKING Vaststellen van de identiteit zou bijvoorbeeld kunnen door de afzender de mogelijkheid te geven via een gecontroleerde manier zijn communicatieadressen kenbaar te maken, zoals bij de WID-controle (wettelijk identiteitsdocument), of door telefonisch contact op te nemen met een al eerder gecontroleerd telefoonnummer.


Een professional moet voldoen aan alle normatieve 15) eisen uit NTA 7516. Indien de professional publiekelijk wil aangeven dat hij is gecertificeerd en hiermee in overeenstemming is met de normatieve eisen, dan moet dit getoetst en vastgesteld worden door een Conformiteit Beoordelende Instelling (CBI), die geaccrediteerd is – door de Raad voor Accreditatie (RvA) of door een ander lid van het International Accreditation Forum (IAF) – als instelling die audits en certificatie van managementsystemen levert conform NEN-EN-ISO/IEC 17021.

TOELICHTING Een beroep op overeenstemming met NTA 7516 of het voeren van een certificaat is alleen toegestaan als volledig aan het gestelde in 6.6 wordt voldaan.