NEN 7510-2 Medische informatica - Informatiebeveiliging in de zorg - Deel 2: Beheersmaatregelen 2017

Verberg hoofdstructuurtekst (HLS) Toon HLS Verberg alle toelichting Toon alle toelichting

Doelstelling: Bedrijfsmiddelen van de organisatie identificeren en passende verantwoordelijkheden ter bescherming definiëren.


Beheersmaatregel

Informatie, andere bedrijfsmiddelen die samenhangen met informatie en informatieverwerkende faciliteiten, behoren te worden geïdentificeerd, en van deze bedrijfsmiddelen behoort een inventaris te worden opgesteld en onderhouden.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Organisaties die persoonlijke gezondheidsinformatie verwerken, behoren:

a) verantwoording af te leggen over informatiebedrijfsmiddelen (d.w.z. een inventaris bij te houden van dergelijke bedrijfsmiddelen);

b) een eigenaar te hebben aangewezen voor deze informatiebedrijfsmiddelen (zie 8.1.2);

c) regels te hebben voor het aanvaardbare gebruik van deze bedrijfsmiddelen die geïdentificeerd, gedocumenteerd en geïmplementeerd worden.

Implementatierichtlijn

Een organisatie behoort bedrijfsmiddelen die relevant zijn in de levenscyclus van informatie te identificeren en hun belang te documenteren. De levenscyclus van informatie behoort aanmaak, verwerking, opslag, overdracht, verwijdering en vernietiging te omvatten. Documentatie behoort te worden onderhouden in speciale of bestaande inventarislijsten indien van toepassing.

De inventarislijst van de bedrijfsmiddelen behoort nauwkeurig, actueel, consistent en in overeenstemming met andere inventarisoverzichten te zijn.

Voor elk van de geïdentificeerde bedrijfsmiddelen behoort het eigenaarschap te worden toegekend (zie 8.1.2) en de classificatie te worden geïdentificeerd (zie 8.2).

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Organisaties die gezondheidsinformatie verwerken, behoren regels te hebben voor het actueel houden van informatiebedrijfsmiddelen (bijv. een medicijnendatabase) en het handhaven van de integriteit van deze bedrijfsmiddelen (bijv. de functionele integriteit van medische apparaten die worden gebruikt om gegevens te registreren of rapporteren).

Medische apparaten die worden gebruikt om gegevens te registreren of rapporteren kunnen speciale beveiligingsoverwegingen vereisen met betrekking tot de omgeving waarin ze worden gebruikt en de elektromagnetische emissies die tijdens het gebruik ervan plaatsvinden. Dergelijke apparaten behoren op unieke wijze te worden geïdentificeerd.

Overige informatie

Inventarisoverzichten van bedrijfsmiddelen helpen zeker te stellen dat doeltreffende bescherming plaatsvindt en kunnen ook voor andere doeleinden vereist zijn, zoals om gezondheids- en veiligheids-, verzekerings- of financiële (beheer van bedrijfsmiddelen) redenen.

ISO/IEC 27005 geeft voorbeelden van bedrijfsmiddelen die misschien door de organisatie in beschouwing zouden moeten worden genomen bij het identificeren van bedrijfsmiddelen. Het opstellen van een inventarisoverzicht van bedrijfsmiddelen is een belangrijke voorwaarde voor risicobeheer (zie ook ISO/IEC 27000 en ISO/IEC 27005).

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Bedrijfsmiddelen die in het inventarisoverzicht worden bijgehouden, behoren een eigenaar te hebben.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

<geen>

Implementatierichtlijn

Personen evenals andere entiteiten die een door de directie goedgekeurde verantwoordelijkheid hebben voor de levenscyclus van een bedrijfsmiddel, komen in aanmerking om te worden benoemd als eigenaar van een bedrijfsmiddel.

Gewoonlijk wordt een procedure geïmplementeerd die ervoor zorgt dat de benoeming van de eigenaar van bedrijfsmiddelen tijdig plaatsvindt. Het eigenaarschap behoort te worden toegekend als bedrijfsmiddelen worden aangemaakt of als bedrijfsmiddelen naar de organisatie worden overgebracht. De eigenaar van het bedrijfsmiddel behoort verantwoordelijk te zijn voor het juiste beheer ervan voor de gehele levenscyclus van het bedrijfsmiddel.

De eigenaar van het bedrijfsmiddel behoort:

a) ervoor te zorgen dat bedrijfsmiddelen worden geïnventariseerd;

b) ervoor te zorgen dat bedrijfsmiddelen passend worden geclassificeerd en beschermd;

c) toegangsbeperkingen en classificatie van belangrijke bedrijfsmiddelen te definiëren en periodiek te beoordelen, rekening houdend met de van toepassing zijnde beleidsregels voor toegangsbeveiliging;

d) te zorgen voor een juiste gang van zaken als het bedrijfsmiddel wordt verwijderd of vernietigd.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Het is belangrijk om op te merken dat, hoewel veel informatiebedrijfsmiddelen eigendom kunnen zijn in de conventionele betekenis, er aan het concept van eigendom van persoonlijke gezondheidsinformatie allerlei juridische, ethische en op beleid gebaseerde aspecten kleven. In veel rechtsgebieden kunnen individuen rechten hebben met betrekking tot hun eigen persoonlijke gezondheidsinformatie die elk simpel concept van ‘eigendom’ van deze informatie van een zorginstelling of een zorgverlener beperken of overstijgen. Het is eerder zo dat zorginstellingen en zorgverleners met betrekking tot persoonlijke gezondheidsinformatie vaak als beheerders of bewaarders worden gezien.

Overige informatie

De geïdentificeerde eigenaar kan een persoon of een entiteit zijn die een door de directie goedgekeurde verantwoordelijkheid heeft voor het beheren van de hele levenscyclus van een bedrijfsmiddel. De geïdentificeerde eigenaar heeft niet noodzakelijk eigendomsrechten op het bedrijfsmiddel.

Routinetaken mogen worden gedelegeerd, bijv. aan een beheerder die dagelijks voor de bedrijfsmiddelen zorgt, maar de eigenaar blijft verantwoordelijk.

Bij complexe informatiesystemen kan het nuttig zijn om groepen van bedrijfsmiddelen aan te wijzen die gezamenlijk een bepaalde dienst leveren. In dat geval is de eigenaar van deze dienst verantwoordelijk voor het leveren van de dienst, met inbegrip van de werking van de bedrijfsmiddelen die de dienst verzorgen.

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Voor het aanvaardbaar gebruik van informatie en van bedrijfsmiddelen die samenhangen met informatie en informatieverwerkende faciliteiten, behoren regels te worden geïdentificeerd, gedocumenteerd en geïmplementeerd.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

<geen>

Implementatierichtlijn

Medewerkers en externe gebruikers die bedrijfsmiddelen van de organisatie gebruiken of er toegang toe hebben, behoren bewust te worden gemaakt van de informatiebeveiligingseisen van de informatie van de organisatie, andere bedrijfsmiddelen die samenhangen met informatie en informatieverwerkende faciliteiten en bronnen. Zij behoren verantwoordelijk te zijn voor hun gebruik van informatievoorzieningen en voor gebruik onder hun verantwoordelijkheid.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

<geen>

Overige informatie

<geen>

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Alle medewerkers en externe gebruikers behoren alle bedrijfsmiddelen van de organisatie die ze in hun bezit hebben, bij beëindiging van hun dienstverband, contract of overeenkomst terug te geven.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Alle werknemers en contractanten behoren, na beëindiging van hun dienstverband, alle persoonlijke gezondheidsinformatie in niet-elektronische vorm die zij in hun bezit hebben, terug te geven en erop toe te zien dat alle persoonlijke gezondheidsinformatie in elektronische vorm die zij in hun bezit hebben, op relevante systemen wordt bijgewerkt en vervolgens op beveiligde wijze wordt gewist van alle apparaten waarop deze aanwezig was.

Implementatierichtlijn

In de beëindigingsprocedure behoort formeel het teruggeven van alle eerder verstrekte fysieke en elektronische bedrijfsmiddelen die het eigendom zijn van of toevertrouwd zijn aan de organisatie te worden opgenomen.

Ingeval een medewerker of een gebruiker van een externe partij apparatuur van de organisatie koopt of eigen persoonlijke apparatuur gebruikt, behoren procedures te worden gevolgd om ervoor te zorgen dat alle relevante informatie aan de organisatie wordt overgedragen en nauwkeurig van de apparatuur wordt verwijderd (zie 11.2.7).

Ingeval een medewerker of externe gebruiker beschikt over kennis die belangrijk is voor de lopende bedrijfsvoering, behoort die informatie te worden gedocumenteerd en aan de organisatie te worden overgedragen.

Tijdens de opzegtermijn behoort de organisatie controle uit te oefenen op onbevoegd kopiëren van relevante informatie (bijv. intellectuele eigendom) door medewerkers en contractanten van wie het dienstverband is opgezegd.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

<geen>

Overige informatie

<geen>

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Doelstelling: Bewerkstelligen dat informatie een passend beschermingsniveau krijgt dat in overeenstemming is met het belang ervan voor de organisatie.


Beheersmaatregel

Informatie behoort te worden geclassificeerd met betrekking tot wettelijke eisen, waarde, belang en gevoeligheid voor onbevoegde bekendmaking of wijziging.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Organisaties die persoonlijke gezondheidsinformatie verwerken, behoren dergelijke gegevens op uniforme wijze als vertrouwelijk te classificeren.

Implementatierichtlijn

Classificaties en de bijbehorende beschermende beheersmaatregelen voor informatie behoren rekening te houden met de zakelijke behoeften om informatie te delen of te beperken, en met wettelijke eisen. Andere bedrijfsmiddelen dan informatie kunnen ook worden geclassificeerd in overeenstemming met de classificatie van informatie die is opgeslagen in, verwerkt door of anderszins behandeld of beschermd door het bedrijfsmiddel.

Eigenaren van informatiebedrijfsmiddelen behoren verantwoordelijk te zijn voor de classificatie ervan.

Het classificatieschema behoort regels voor het classificeren te bevatten en criteria voor het na verloop van tijd opnieuw beoordelen van de classificatie. Het beschermingsniveau dat in het schema wordt vastgelegd, behoort te worden vastgesteld door de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid en eventuele andere eisen voor de desbetreffende informatie te analyseren. Het schema behoort in overeenstemming te worden gebracht met het beleid voor toegangsbeveiliging (zie 9.1.1).

Elk niveau behoort een naam te krijgen die betekenis heeft in de context van de toepassing van het classificatieschema.

Het schema behoort organisatiebreed consistent te zijn zodat iedereen informatie en gerelateerde bedrijfsmiddelen op dezelfde manier classificeert op basis van een gemeenschappelijk begrip van beschermingseisen en de passende bescherming toepast.

Classificatie behoort te worden opgenomen in de procedures van de organisatie en organisatiebreed consistent en coherent te zijn. Resultaten van classificatie behoren de waarde van bedrijfsmiddelen aan te geven afhankelijk van hun gevoeligheid en belang voor de organisatie, bijv. in de zin van vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid. Resultaten van classificatie behoren te worden geactualiseerd in overeenstemming met wijzigingen in hun waarde, gevoeligheid en belang in de loop van hun levenscyclus.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Het vaststellen van beschermingsniveaus voor informatiebedrijfsmiddelen in de zorg is complex en vergelijkingen met classificaties van overheids- of militaire gegevens kunnen misleidend zijn. De volgende kenmerken zijn belangrijke kenmerken van informatiebedrijfsmiddelen binnen de zorg.

a) De vertrouwelijkheid van persoonlijke gezondheidsinformatie is vaak grotendeels eerder subjectief dan objectief. Met andere woorden: uiteindelijk kan alleen de persoon waarop de gegevens betrekking hebben (d.w.z. de cliënt) goed de relatieve vertrouwelijkheid bepalen van verschillende gegevensvelden of -groeperingen. Een persoon die een relatie waarin hij of zij werd mishandeld, is ontvlucht, zal het veel belangrijker vinden dat zijn of haar nieuwe adres en telefoonnummer geheim wordt gehouden dan klinische gegevens over het zetten van zijn of haar gebroken arm.

b) De vertrouwelijkheid van persoonlijke gezondheidsinformatie is contextafhankelijk. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een cliënt zijn naam en adres op een lijst van mensen die zijn binnengekomen op de eerste hulp van een ziekenhuis, niet als direct vertrouwelijk beschouwt, terwijl dezelfde naam en hetzelfde adres op een lijst van mensen die zijn opgenomen in een kliniek waar mensen die aan seksuele impotentie lijden worden behandeld, door die persoon als zeer vertrouwelijk wordt beschouwd.

c) De vertrouwelijkheid van persoonlijke gezondheidsinformatie kan gedurende de levensduur van het medische dossier van een individu verschuiven. Zo hebben de veranderende maatschappelijke attitudes gedurende de afgelopen 20 jaar ertoe geleid dat veel cliënten hun seksuele geaardheid niet langer als vertrouwelijk beschouwen. De houdingen ten opzichte van drugs- en alcoholverslaving hebben er daarentegen toe geleid dat bepaalde cliënten gegevens over verslavingszorg nu als nog vertrouwelijker beschouwen dan ze 20 jaar geleden zouden hebben gedaan.

Omdat men niet kan voorspellen hoe gevoelig een bepaald element van persoonlijke gezondheidsinformatie is met betrekking tot alle toepassingen en alle fasen van de levenscyclus van dat element, behoort alle persoonlijke gezondheidsinformatie altijd op de juiste zorgvuldige wijze te worden beschermd. Let op: hoewel alle persoonlijke gezondheidsinformatie op uniforme wijze als vertrouwelijk behoort te worden geclassificeerd, kunnen praktische overwegingen het nodig maken de dossiers te identificeren van die cliënten waarvoor er een verhoogd risico kan bestaan dat mensen die geen noodzaak tot kennisneming hebben, er toegang toe hebben. Dergelijke individuen zijn onder andere werknemers van de organisatie op zich (met name als hun conditie emotionele gedragingen oproept), regeringsleiders, beroemdheden, politici, nieuwsmakers en leden van groepen die uitzonderlijk hoge risico's lopen (bijv. mensen met een seksueel overdraagbare aandoening of mensen van wie de persoonlijke gezondheidsinformatie informatie bevat over genetische aanleg voor een ernstige ziekte). Het kan nodig zijn de dossiers van zulke individuen van een speciaal label te voorzien zodat de toegang ertoe nauwgezet kan worden gemonitord. Het implementeren van dergelijke regelingen behoort echter met de nodige zorg te gebeuren, aangezien dit labelen het probleem dat men ermee wil vermijden juist kan verergeren, d.w.z. dat het de aandacht juist kan vestigen op de gelabelde gegevens. Het is ook belangrijk te benadrukken dat waar bepaalde cliënten een verhoogd risico kunnen lopen, hun persoonlijke gezondheidsinformatie niet per definitie meer vertrouwelijk is dan die van andere cliënten. Alle persoonlijke gezondheidsinformatie is vertrouwelijk en behoort ook zo te worden behandeld. Zie ook de bespreking onder de zorgspecifieke implementatierichtlijn in 7.2.1.

Het als vertrouwelijk identificeren en (waar van toepassing) uit beschermingsoogpunt labelen van informatiebedrijfsmiddelen kan een belangrijk instrument zijn bij het trainen van personeel en bij de naleving van het beleid. Dit werkt het beste als de classificatie als een indicator van vereiste praktijken voor het hanteren van informatie fungeert. De classificatie kan ook een belangrijk bestanddeel zijn van overeenkomsten over gegevensbescherming tussen rechtsgebieden en met derde-organisaties en het personeel van die organisaties. Het identificeren en labelen van informatiebedrijfsmiddelen is ook een essentieel bestanddeel van ISO/IEC 27002.

In aanvulling op de traditionele classificatie van gegevens op basis van hoe gevoelig ze zijn voor openbaarmaking, is het ook nodig de kritikaliteit te classificeren van informatie, d.w.z. de mate waarin de beschikbaarheid en integriteit van de informatie essentieel zijn voor de voortdurende verlening van zorg. Tijdsfactoren die betrokken zijn bij klinische processen, spelen vaak een cruciale rol bij het vaststellen van de beschikbaarheidseisen voor persoonlijke gezondheidsinformatie. Classificatie met betrekking tot beschikbaarheid, integriteit en kritikaliteit behoort ook te worden toegepast op processen, IT-apparaten, software, locaties en personeel. Kritikaliteit behoort via een risicobeoordeling te worden geïdentificeerd.

Overige informatie

Classificatie biedt personen die met informatie omgaan een beknopte indicatie van hoe deze te behandelen en te beschermen. Het aanmaken van informatiegroepen met gelijksoortige beschermingsbehoeften en het specificeren van informatiebeveiligingsprocedures die gelden voor alle informatie in elke groep vergemakkelijken dit. Deze aanpak vermindert de behoefte aan afzonderlijke risicobeoordeling en speciaal ontworpen beheersmaatregelen.

Na verloop van tijd is informatie mogelijk niet meer gevoelig of essentieel, bijvoorbeeld als de informatie openbaar is gemaakt. Met deze aspecten behoort rekening te worden gehouden omdat overclassificatie kan leiden tot het implementeren van onnodige beheersmaatregelen, wat resulteert in extra kosten, terwijl onderclassificatie het halen van bedrijfsdoelstellingen in gevaar kan brengen.

Een voorbeeld van een classificatieschema betreffende de vertrouwelijkheid van informatie kan worden gebaseerd op de volgende vier niveaus:

a) openbaarmaking veroorzaakt geen schade;

b) openbaarmaking veroorzaakt geringe problemen of geringe operationele ongemakken;

c) openbaarmaking heeft een kortdurende significante impact op de operationele of tactische doelstellingen;

d) openbaarmaking heeft een ernstige impact op de strategische langetermijndoelstellingen of brengt het voortbestaan van de organisatie in gevaar.

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Om informatie te labelen behoort een passende reeks procedures te worden ontwikkeld en geïmplementeerd in overeenstemming met het informatieclassificatieschema dat is vastgesteld door de organisatie.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Alle gezondheidsinformatiesystemen die persoonlijke gezondheidsinformatie verwerken, behoren de gebruikers te wijzen op de vertrouwelijkheid van persoonlijke gezondheidsinformatie die toegankelijk is vanaf het systeem (bijv. bij het opstarten of inloggen), en behoren papieren output als vertrouwelijk te labelen als die output persoonlijke gezondheidsinformatie bevat.

Implementatierichtlijn

Procedures voor het labelen van informatie behoren te gaan over informatie en gerelateerde bedrijfsmiddelen in fysieke en elektronische formaten. De labeling behoort in overeenstemming te zijn met het classificatieschema vastgesteld in 8.2.1. De labels behoren gemakkelijk herkenbaar te zijn. De procedures behoren richtlijnen te geven over waar en hoe labels zijn bevestigd, rekening houdend met hoe de informatie wordt bereikt of hoe de bedrijfsmiddelen worden gehanteerd afhankelijk van de soorten media. De procedures kunnen gevallen definiëren waarin labelen niet wordt toegepast, bijv. bij niet-vertrouwelijke informatie, om de werklast te verminderen. Medewerkers en contractanten behoren op de hoogte te worden gebracht van de labelprocedures.

Output van systemen die informatie bevatten die is geclassificeerd als gevoelig of essentieel behoort een passend classificatielabel te dragen.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Niet alle gezondheidsinformatie is vertrouwelijk en niet alle gezondheidsinformatiesystemen bieden gebruikers toegang tot persoonlijke gezondheidsinformatie. Gebruikers van gezondheidsinformatiesystemen behoren het te weten als de gegevens waartoe zij zich toegang verschaffen persoonlijke gezondheidsinformatie bevatten.

Overige informatie

Het labelen van geclassificeerde informatie is een belangrijke eis bij afspraken over het delen van informatie. Fysieke labels en metagegevens zijn een gebruikelijke vorm van labelen.

Het labelen van informatie en gerelateerde bedrijfsmiddelen kan soms negatieve effecten hebben. Geclassificeerde bedrijfsmiddelen zijn gemakkelijker te identificeren en daarom gemakkelijker te stelen door insiders of externe aanvallers.

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Procedures voor het behandelen van bedrijfsmiddelen behoren te worden ontwikkeld en geïmplementeerd in overeenstemming met het informatieclassificatieschema dat is vastgesteld door de organisatie.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

<geen>

Implementatierichtlijn

Voor het hanteren, verwerken, opslaan en communiceren van informatie behoren procedures te worden opgesteld die consistent zijn met de classificatie van de informatie (zie 8.2.1).

Met de volgende aspecten behoort rekening te worden gehouden:

a) toegangsbeperkingen die de beschermingseisen van elk classificatieniveau ondersteunen;

b) onderhoud van een formele verslaglegging van de bevoegde ontvangers van bedrijfsmiddelen;

c) bescherming van tijdelijke of permanente kopieën van de informatie tot een niveau dat consistent is met de bescherming van de originele informatie;

d) opslag van IT-bedrijfsmiddelen in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant;

e) duidelijke markering van alle kopieën van media ter attentie van de bevoegde ontvanger.

Het binnen de organisatie gebruikte classificatieschema is mogelijk niet gelijk aan de schema’s die door andere organisaties worden gebruikt, zelfs als de namen van de niveaus gelijk zijn; bovendien kan informatie die zich tussen organisaties beweegt variëren in classificatie afhankelijk van de context in elke organisatie, zelfs als de classificatieschema’s identiek zijn.

Overeenkomsten met andere organisaties waar het delen van informatie in voorkomt, behoren procedures te bevatten voor het identificeren van de classificatie van die informatie en voor het interpreteren van de classificatielabels van andere organisaties.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

<geen>

Overige informatie

<geen>

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Doelstelling: Onbevoegde openbaarmaking, wijziging, verwijdering of vernietiging van informatie die op media is opgeslagen, voorkomen.


Beheersmaatregel

Voor het beheren van verwijderbare media behoren procedures te worden geïmplementeerd in overeenstemming met het classificatieschema dat door de organisatie is vastgesteld.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Media die persoonlijke gezondheidsinformatie bevatten, behoren fysiek te worden beschermd of de gegevens ervan behoren versleuteld te worden. De status en locatie van media die niet-versleutelde persoonlijke gezondheidsinformatie bevatten, behoren gemonitord te worden.

Implementatierichtlijn

Voor het beheren van verwijderbare media behoren de volgende richtlijnen in acht te worden genomen:

a) van herbruikbare media die de organisatie verlaten, behoort de inhoud, als die niet meer nodig is, onherstelbaar te worden verwijderd;

b) indien nodig en haalbaar behoort goedkeuring te worden verkregen om media uit de organisatie te verwijderen en er behoort een verslaglegging van dergelijke verwijderingen te worden bijgehouden voor het onderhouden van een audittraject;

c) alle media behoren te worden opgeslagen in een veilige beveiligde omgeving, in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant;

d) indien vertrouwelijkheid of integriteit van gegevens belangrijke overwegingen zijn, behoren cryptografische technieken te worden gebruikt om gegevens op verwijderbare media te beschermen;

e) om het risico te verkleinen dat media in kwaliteit achteruitgaan terwijl de opgeslagen gegevens nog nodig zijn, behoren de gegevens te worden overgebracht naar nieuwe media voordat ze onleesbaar worden;

f) van waardevolle gegevens behoren meerdere kopieën op verschillende media te worden opgeslagen om het risico verder te verminderen van toevallige beschadiging of verlies van gegevens;

g) om de kans op verlies van gegevens te beperken behoort registratie van verwijderbare media te worden overwogen;

h) stations voor verwijderbare media behoren alleen te worden vrijgegeven als er een bedrijfsreden is om dit te doen;

i) als er behoefte is om verwijderbare media te gebruiken behoort de overdracht van informatie op dergelijke media te worden gemonitord.

j) Procedures en autorisatieniveaus behoren te worden gedocumenteerd.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Organisaties die persoonlijke gezondheidsinformatie verwerken, behoren te garanderen dat alle persoonlijke gezondheidsinformatie die op verwijderbare media wordt opgeslagen:

a) versleuteld wordt tijdens de overdracht van de desbetreffende media of

b) beschermd wordt tegen diefstal tijdens de overdracht van de desbetreffende media.

Overige informatie

<geen>

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Media behoren op een veilige en beveiligde manier te worden verwijderd als ze niet langer nodig zijn, overeenkomstig formele procedures.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

Alle persoonlijke gezondheidsinformatie behoort veilig te worden gewist of anders behoren de media te worden vernietigd als ze niet meer gebruikt hoeven te worden.

Implementatierichtlijn

Voor het beveiligd verwijderen van media behoren formele procedures te worden vastgesteld om het risico zo klein mogelijk te houden dat vertrouwelijke informatie bij onbevoegde personen terechtkomt. De procedures voor het beveiligd verwijderen van media die vertrouwelijke informatie bevatten, behoren in verhouding te staan tot de gevoeligheid van die informatie. Met de volgende aspecten behoort rekening te worden gehouden:

a) media die vertrouwelijke informatie bevatten behoren op een beveiligde manier te worden opgeslagen en verwijderd, bijv. door verbranding of versnippering, of de gegevens behoren te worden gewist voordat de media worden gebruikt door een andere toepassing in de organisatie.

b) er behoren procedures te zijn om media te identificeren die mogelijk veilig moeten worden verwijderd;

c) mogelijk is het eenvoudiger om ervoor te kiezen alle media in te zamelen en veilig te verwijderen in plaats van te proberen de gevoelige media te scheiden van de rest;

d) veel organisaties bieden voor media inzamelings- en verwijderingsdiensten aan; de keuze voor een passende externe partij die beschikt over adequate beheersmaatregelen en ervaring behoort zorgvuldig te gebeuren;

e) verwijdering van gevoelige media behoort te worden geregistreerd om een audittraject te onderhouden.

Bij het accumuleren van media voor verwijdering behoort rekening te worden gehouden met het aggregatie-effect, waardoor een grote hoeveelheid niet-gevoelige informatie gevoelig kan worden.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

Het niet op de juiste wijze verwijderen van media blijft een bron van ernstige schendingen van de vertrouwelijkheid van cliënten. Het is met name belangrijk op te merken dat deze beheersmaatregel behoort te worden toegepast voordat eventuele betreffende uitrusting wordt hersteld of verwijderd. Deze eis is ook van toepassing op medische apparaten die worden gebruikt om gegevens te registreren of rapporteren.

Overige informatie

Voor beschadigde apparatuur die gevoelige gegevens bevat, kan een risicobeoordeling nodig zijn om vast te stellen of de media fysiek moeten worden vernietigd in plaats van te worden gerepareerd of verwijderd (zie 11.2.7).

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>


Beheersmaatregel

Media die informatie bevatten, behoren te worden beschermd tegen onbevoegde toegang, misbruik of corruptie tijdens transport.

Zorgspecifieke beheersmaatregel

<geen>

Implementatierichtlijn

De volgende richtlijnen behoren te worden overwogen om media die informatie bevatten te beschermen tijdens transport:

a) er behoren betrouwbare transport- of koeriersdiensten te worden gebruikt;

b) met de directie kan worden afgesproken welke koeriersdiensten bevoegd zijn;

c) er behoren procedures te worden ontwikkeld om de identificatie van koeriers te verifiëren;

d) de verpakking behoort toereikend te zijn om de inhoud te beschermen tegen fysieke schade die tijdens transport kan ontstaan en behoort in overeenstemming te zijn met de voorschriften van de fabrikant, bijv. bescherming tegen milieufactoren die het herstelvermogen van de media kunnen verminderen zoals blootstelling aan hitte, vocht of elektromagnetische velden;

e) er behoren registraties te worden bijgehouden die de inhoud van de media en de toegepaste bescherming identificeren en waarin wordt vastgelegd hoe vaak de media zijn vervoerd naar de beheerder en het in ontvangst nemen op de plaats van bestemming.

Zorgspecifieke implementatierichtlijn

<geen>

Overige informatie

Informatie kan tijdens fysiek transport gevoelig zijn voor onbevoegde toegang, misbruik of datacorruptie, bijvoorbeeld als media per post- of koeriersdienst worden verzonden. In deze beheersmaatregel worden onder media ook papieren documenten verstaan.

Als vertrouwelijke informatie op media niet versleuteld is, behoort aanvullende fysieke bescherming te worden overwogen.

Overige zorgspecifieke informatie

<geen>